Boekhouder jat 1,9 miljoen euro van bouwer luxejachten, zijn aannemer moet lappen
De boekhouder van een Noord-Hollandse bouwer van luxe jachten heeft bijna 1,9 miljoen euro van zijn werkgever achterover gedrukt. De fraude werd pas ontdekt, nadat de man bij de scheepsbouwer was vertrokken. De boekhouder gebruikte het geld om zijn kapitale woonboerderij en andere woningen te verbouwen.
Dat blijkt uit een gisteren openbaar geworden vonnis van de rechtbank Noord-Holland. De scheepswerf probeert het geld nu terug te halen, onder meer bij een bouwbedrijfje dat aan de verbouwingen werkte.
Dubieuze betalingen
De boekhouder werkte ruim veertig jaar voor scheepswerf Hakvoort uit Monnickendam, dat met honderd werknemers goed is voor een jaaromzet van zo’n 30 tot 40 miljoen euro.
Eind 2022 vertrok de boekhouder bij Hakfoort. Een half jaar later kwam zijn opvolger erachter dat er in de zes jaar daarvoor 68 dubieuze betalingen waren gedaan aan een bouwbedrijfje. In totaal ging het om een bedrag van bijna 1,9 miljoen euro. Dat is gemiddeld 28.000 euro per betaling, en gemiddeld 317.000 euro per jaar.
Verbouwing woonboerderij
Uit onderzoek bleek dat de boekhouder zijn werkgever op die manier had laten betalen voor privéverbouwingen van zijn woonboerderij en andere woningen op zijn terrein, waar ook zijn zoon, dochter en schoonzoon woonden.
De boekhouder had de aannemer, overigens een eenmansbedrijfje, gevraagd de facturen voor de privéverbouwingen te richten aan de scheepswerf. Zijn dochter en schoonzoon hadden de bouwondernemer wijsgemaakt dat hun (schoon)vader binnenkort met pensioen ging, en dat zijn werkgever hem zo betaalde voor de overname van zijn aandelen in het bedrijf.
Onopvallende facturen
De rekeningen van zijn privéverbouwingen boekte de boekhouder in de administratie op lopende projecten van de scheepswerf. "Tussen de vele facturen viel het niet op als er een bij zat die er niet thuishoorde", verklaarde de man afgelopen oktober zijn handelswijze. "De bestuurders vertrouwden op mij."
Nadat hij door de mand was gevallen, tekende de boekhouder ook een schuldbekentenis. Daarin werden naast de betalingen aan het bouwbedrijfje overigens ook nog vier andere - maar in het vonnis niet nader omschreven - schulden genoemd. Het is dus mogelijk dat het totale fraudebedrag hoger dan 1,9 miljoen euro is.
Miljoenenclaim
Na ontdekking van de fraude eiste de scheepsbouwer niet alleen het geld van de boekhouder terug, maar sleepte ook het bouwbedrijfje voor de rechter met een claim. Volgens de scheepswerf moet de aannemer de volledige 1,9 miljoen euro terugbetalen die het ten onrechte ontving, plus de kosten van het onderzoek naar de fraude.
Het bouwbedrijfje is het daar niet mee eens. Volgens de aannemer mocht hij erop vertrouwen dat de boekhouder als vertegenwoordiger van de scheepswerf bevoegd was om overeen te komen dat de werf zou betalen voor de privéverbouwingen.
Ook omdat de werf een groot en professioneel bedrijf is en omdat de betalingen zes jaar lang probleemloos plaatsvonden, had de aannemer geen onraad hoeven ruiken. Dat de boekhouder later een fraudeur bleek te zijn, moet volgens hem voor rekening van de werkgever komen.
Navraag doen
Hoewel de rechtbank erkent dat de jarenlange probleemloze betalingen de indruk wekten dat de scheepswerf akkoord was met de betalingsregeling die door de boekhouder was afgesloten, had het bouwbedrijfje volgens de rechters toch meer onderzoek naar de regeling moeten doen.
De rechtbank vindt namelijk dat er genoeg indicaties waren om aan de regeling te twijfelen. Zo mocht de aannemer de rekeningen niet rechtstreeks aan de werf sturen, maar ze inleveren bij de boekhouder of zijn schoonzoon. Ook moesten de omschrijvingen op facturen vaag zijn. De rechters vinden dat de aannemer daarom minstens navraag bij de scheepswerf had moeten doen, om te checken of alles wel in de haak was.
Woonboerderij verkocht
Omdat de aannemer dit naliet, zijn de betalingen 'onverschuldigd' gedaan en moeten ze worden terugbetaald. Maar de rechtbank vindt het niet redelijk dat het bouwbedrijf de volledige 1,9 miljoen terugstort, zoals de scheepswerf eiste.
Uit het vonnis blijkt namelijk dat de boekhouder inmiddels zijn verbouwde woonboerderij en andere eigendommen heeft verkocht. Met de opbrengst daarvan kon de fraudeur inmiddels bijna 1,3 miljoen euro terugbetalen aan zijn voormalige werkgever.
Zes ton terugbetalen
Daarom hoeft het bouwbedrijf niet 1,9 miljoen euro, maar 6 ton terug te betalen. Dat de aannemer daardoor uiteindelijk onbetaald blijft voor een deel van de verbouwingswerkzaamheden die hij wel degelijk heeft uitgevoerd voor de boekhouder, komt voor zijn eigen risico.
De eis dat de aannemer ook ruim 125.000 euro aan kosten voor het onderzoek naar de fraude zou betalen, wees de rechtbank af. Wel moet hij opdraaien voor ruim 21.000 euro aan beslags- en proceskosten van de scheepswerf.
Persoonlijk drama
Volgens diens advocaat Royce de Vries vindt de aannemer het vonnis onbegrijpelijk. "Voor cliënt en zijn gezin is deze kwestie uitgelopen op een persoonlijk drama. Hij is door de boekhouder net zo'n rad voor ogen gedraaid als Hakvoort en andere grote leveranciers op het bouwproject", aldus De Vries.
De advocaat stelt dat de aannemer 'altijd te goeder trouw' geweest, en benadrukt dat hij alle gefactureerde werkzaamheden daadwerkelijk heeft verricht. "Desondanks moet hij van de rechtbank een substantieel deel van de aanneemsom terugbetalen. Voor cliënt is dit onbegrijpelijk. Hij heeft dan ook het voornemen om in hoger beroep te gaan."
Niet wegkomen
Advocaat Rolf Everhardus van de scheepswerf laat weten dat het bedrijf tevreden is met de uitspraak. "De rechtszaken tegen de betrokkenen, daaronder het bouwbedrijfje, maken duidelijk dat cliënte – buiten haar schuld – is benadeeld. De rechtbank laat de betrokkenen, die daarvan profiteerden, daar terecht niet mee wegkomen."