Uitspraak zaak-Richard de Mos, komt er een ambtsverbod?
Het is bijna vijf jaar nadat de politie bij Haagse politicus Richard de Mos binnenviel. Begin vorig jaar werd de fractievoorzitter van de lokale Haagse partij Hart voor Den Haag vrijgesproken van onder andere omkoping en meineed. Vandaag doet het gerechtshof opnieuw uitspraak in de zaak.
Het Openbaar Ministerie (OM) verdenkt de 48-jarige politicus van ambtelijke omkoping, meineed, schending van de wettelijke geheimhoudingsplicht en deelname aan een criminele organisatie. Voor die beschuldigingen eist het OM nu in hoger beroep een voorwaardelijke celstraf van zes maanden, een werkstraf van 240 uur, een boete van 10.000 euro en een ambtsverbod van vier jaar.
De rechtbank sprak De Mos begin vorig jaar volledig vrij. Ook de medeverdachten - partijgenoot Rachid Guernaoui en vijf bevriende Haagse ondernemers - werden vrijgesproken. De Mos zou de ondernemers hebben geholpen met vergunningen in ruil voor donaties.
Er is maar één verdachte die vorig jaar een voorwaardelijke straf voor wapenbezit werd opgelegd. Daarop besloot het Openbaar Ministerie (OM) in hoger beroep te gaan.
Tegen alle verdachten is in hoger beroep een voorwaardelijke celstraf en werkstraf geëist.
De Mos herhaalde tijdens de behandeling van het hoger beroep meermaals dat hij zich nooit heeft laten omkopen. "Ik zeg altijd tegen iedereen die ik ontmoet: 'als je een probleem hebt, moet je me mailen en dan ga ik proberen het op te lossen'. Het maakt helemaal niets uit of ze geld hebben of niet."
De verdenking tegen De Mos leidde in 2019 tot zijn aftreden als wethouder. Hart voor Den Haag werd datzelfde jaar uit de Haagse coalitie gezet.