Herstelbetalingen voor overlevenden van seksueel oorlogsgeweld in Oekraïne: 'Veel effectiever dan strafrecht'
Zo'n 500 Oekraïense overlevenden van seksueel oorlogsgeweld krijgen de komende maanden herstelbetalingen. Het is voor het eerst dat zoiets gebeurt terwijl een conflict nog gaande is. Een 'belangrijke stap richting gerechtigheid', volgens Olena Zelenska, de vrouw van president Zelensky. Maar er is nog veel meer nodig om deze slachtoffers te helpen.
Naast de financiële hulp krijgen de slachtoffers ook medische en psychologische steun. De herstelbetalingen komen uit het Global Survivors Fund, een internationale ngo die werkt vanuit donaties. "Het is een pilot", zegt Fedir Dunebabin, de vertegenwoordiger van het fonds in Oekraïne. "Een dergelijk programma starten tijdens een actieve fase van een interstatelijk conflict, is nog nooit gedaan. Het is dus ook een test om te zien hoe onze plannen op papier in de praktijk uitpakken."
Het gaat om zowel vrouwen als mannen en kinderen. "We proberen niemand uit te sluiten", zegt Dunebabin. Het bedrag is niet publiekelijk bekend. Daarnaast wordt er ook gewerkt aan een bewustwordingscampagne.
Effectiever dan strafrecht
"Het Global Survivors Fund doet er goed aan om dit onderwerp op de internationale agenda te zetten, om sneller dit soort herstelbetalingen te doen", zegt Heleen Touquet, professor Sociale Wetenschappen. Ze doet onderzoek naar slachtoffers van conflict-gerelateerd seksueel geweld.
"Het is een veel beter middel om mensen te helpen die seksueel geweld hebben overleefd, het is veel effectiever dan het strafrecht." Want: het strafrecht gaat over daders, legt Touquet uit. "En herstelbetalingen zijn erop gericht om de slachtoffers te helpen."
Verkrachting werd al in 1919 als oorlogsmisdaad benoemd. Sinds 1949 staat het in de Geneefse Conventie. Pas in 1992 werd hier voor het eerst een beroep op gedaan, door twee vrouwen die tijdens de oorlog in Bosnië slachtoffer werden van seksueel geweld. Naar schatting zijn daar in de jaren negentig 20.000 tot 50.000 vrouwen verkracht. Slechts iets meer dan zeventig daders zijn daarvoor berecht.
"De daders die berecht zijn, hadden vaak helemaal geen geld om schadevergoedingen te betalen. Veel van deze vrouwen hebben lang moeten wachten op de veroordeling. Vervolgens hebben ze ergens recht op, maar krijgen ze het alsnog niet."
In Oekraïne lopen er al zeker 292 gerechtelijke onderzoeken. Het betreft zowel vrouwen als mannen en ook kinderen. Het jongste slachtoffer dat bekend is, is slechts vier jaar oud, de oudste 82. Lang niet iedereen meldt zich bij de instituties, de schattingen van het totaal aantal mensen dat te maken heeft met een vorm van seksueel oorlogsgeweld lopen op tot 7000. Dit is gebaseerd op informatie van verschillende ngo's en mensenrechtenorganisaties.
Hertraumatisering
Naast de individuele herstelbetalingen wordt er momenteel ook gewerkt aan een wet waardoor conflict-gerelateerd seksueel geweld als aparte misdaad wordt gezien en aan een nationaal register om de zaken te documenteren. "We proberen een systeem op te zetten, waarin we informatie verzamelen waar iedereen op kan vertrouwen. Hierdoor hoeven slachtoffers niet telkens opnieuw hun verhaal te vertellen."
De slachtoffers hoeven niets te bewijzen om de herstelbetaling te krijgen, zegt Dunebabin. "We geloven ze liever op hun woord en proberen vragen over traumatische details te vermijden." Wel wordt op basis van de verklaringen informatie gecontroleerd, bijvoorbeeld of Russische troepen op dat moment inderdaad in dat gebied waren. "We trekken niets in twijfel, maar doen dit om de informatie te bevestigen."
Er is slechts een klein aantal andere landen waar ook soortgelijke herstelbetalingen is gedaan: Bosnië, Kroatië en Kosovo. Maar in die landen kwam dat pas na tien of zelfs 20 jaar na de oorlog. Oekraïne trekt dan ook lessen uit die voorbeelden uit het verleden. In Kosovo bijvoorbeeld, moesten overlevenden zichzelf melden en tegenover een commissie opnieuw hun verhaal vertellen.
"Dit kan hertraumatiserend zijn", vertelt Touquet. Ook werd er soms naar details gevraagd van jaren geleden, naar getuigen of medische rapporten. Vanwege het stigma dat rondom (oorlogs)verkrachting heerst, heeft zich daar 'slechts' zo'n 10 procent van het totale aantal slachtoffers gemeld. Dunebabin vertelt dat het Global Survivors Fund zelf actief slachtoffers gaat benaderen.
Medische en psychologische hulp
Ook is het de vraag in hoeverre de overlevenden toegang kunnen krijgen tot de juiste zorg. "In Bosnië was dat een probleem", zegt Touquet. "Daar krijgen ze een paar honderd euro per maand. Maar als je in een afgelegen dorp woont, waar niet eens een dokter is, wat doe je dan met dat geld? En Oekraïne is veel groter, dus dat probleem zal daar ook spelen."
Dunebabin bevestigt dat de logistiek en het vinden van de juiste experts een uitdaging is. "Maar via maatschappelijke organisaties heeft Oekraïne de afgelopen jaren al gebouwd aan een systeem met goede zorg voor slachtoffers van huiselijk geweld en seksueel geweld. Die infrastructuur kunnen we gebruiken. Soms regelen we ook vervoer, als iemand van ver moet komen. En we zorgen dat er iemand is die hen persoonlijk welkom heet."
Bij de pilot gaat het om een eenmalige toelage die door de slachtoffers zelf ingezet kan worden zoals zij willen. "Iedereen heeft andere behoeften", zegt Dunebabin. "Sommige mensen zijn jarenlang gevangengehouden en gemarteld. Zo iemand heeft dure behandelingen nodig en minstens 50 sessies per jaar met een psycholoog om te herstellen en weer een leven op te bouwen. Het is belangrijk dat de overlevenden zelf kunnen kiezen en controle hebben over welke behandeling bij hun behoeften past."
Touquet ziet het belang van de betalingen, maar zou graag een bredere aanpak zien. Er is volgens haar te weinig kennis over trauma en de effecten daarvan. En dat is niet alleen een probleem van landen in oorlog, of waar oorlog geweest is. "Bij de meeste medische opleidingen leer je daar niets over. En ook agenten zouden bijvoorbeeld die kennis moeten hebben, want ook zij staan in contact met slachtoffers."
Stigma aanpakken
"Soms denk ik wel eens dat het beter zou zijn als we daar meer in investeren, bijvoorbeeld in een centrum voor seksueel geweld waar mensen terechtkunnen. Misschien helpen we daar wel veel meer mensen mee dan de individuele betalingen."
Maatschappijen zouden dus als geheel anders moeten omgaan met de slachtoffers van (conflictgerelateerd) seksueel geweld, stelt Touquet. "Hoe praten we erover en wat moet er nog meer veranderen náást het bieden van herstelbetalingen? Als we dat niet doen blijft het stigma bestaan en is zo'n programma een pleister op een houten been."
In Oekraine zet onder andere Olena Zelenska, de vrouw van president Zelensky, zich persoonlijk in om aandacht te vragen voor seksueel geweld. Volgens Dunebabin heeft dit geholpen om de huidige pilot van de grond te krijgen.
Dunebabin is – natuurlijk – erg blij met de herstelbetalingen. "Maar de focus ligt wel heel erg op Oekraïne, terwijl er veel meer landen zijn waar de nood heel hoog is. Met deze pilot willen we laten zien dat het mogelijk is om slachtoffers van seksueel oorlogsgeweld te helpen en we hopen dat andere landen ons voorbeeld volgen en ook dit soort programma's implementeren. Want het kan wel degelijk, maar er is politieke wil voor nodig."