WHO: kwart vrouwen krijgt te maken met geweld door partner
Wereldwijd krijgt een op de vier vrouwen in haar leven te maken met fysiek of seksueel geweld door een mannelijke partner. Dat stelt de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) op basis van onderzoek in 161 landen, over de periode van 2000 tot met 2018.
Als je daar geweld bij optelt dat niet van een partner komt, krijgt een op de drie vrouwen te maken met geweld door een man.
'Elk land, elke cultuur'
"Geweld tegen vrouwen komt in elk land en in elke cultuur voor, en het schaadt miljoenen vrouwen en hun families. En dat is verergerd tijdens de coronapandemie", zegt Tedros Adhanom Ghebreyesus, directeur-generaal van de WHO. Volgens de organisatie is het aantal vrouwen dat slachtoffer wordt van dit soort geweld waarschijnlijk veel hoger. Vooral omdat het in veel gevallen niet gemeld wordt.
Volgens hem moet er veel gebeuren om een einde aan het geweld tegen vrouwen te maken. "Het gaat om het verbeteren van kansen en zorg voor vrouwen, en het bevorderen van gezonde en wederzijdse respectvolle relaties", zegt Ghebreyesus. "Dat kunnen we alleen doen met diepgeworteld en duurzaam beleid door overheden, gemeenschappen en individuen."
In Nederland
Onderzoek uit 2014 liet zien dat in Nederland 45 procent van de vrouwen op enig moment in hun leven slachtoffer wordt van fysiek en/of seksueel geweld. Er werd toen gekeken naar eenmalig, herhaald en structureel geweld door bekende en onbekende daders en zowel naar geweld in de huiselijke kring als daarbuiten.
"Plegers van het geweld zijn vaker mannen dan vrouwen. Bij geweld door partners of ex-partners zijn dit vrijwel altijd mannen", schreven de onderzoekers toen.
Eind 2020 meldde het CBS dat van de jongvolwassen vrouwen in ons land meer dan de helft te maken krijgt met seksueel geweld. In die gevallen gaat het om niet-fysieke seksuele intimidatie, fysiek seksueel geweld en online seksuele intimidatie.
Landelijk Netwerk Veilig Thuis meldde in januari dat in Nederland het aantal meldingen van huiselijk geweld tijdens de lockdown ongeveer gelijk bleef, maar dat deze wel heftiger waren geworden en er steeds vaker acuut moest worden ingegrepen.
Dr. Claudia García-Moreno leidt de afdeling van de WHO die zich bezighoudt met geweld tegen vrouwen; zij zegt dat de cijfers een 'wake-up call' moeten zijn voor regeringen over de ernst van de situatie.
'Fundering afbreken'
"Er moet wat gedaan worden aan het stigma rond dit onderwerp. Mensen die in de zorg werken moeten getraind worden om slachtoffers met medeleven te woord te staan en aan te horen. Op die manier kunnen we beginnen met het afbreken van genderongelijkheid", zegt zij in The Guardian. Dat moet er toe leiden dat slachtoffers over hun ervaringen durven te praten, dat is nu vaak niet zo.
Ook moeten scholen volgens García-Moreno een veilige plek worden. "Want vaak is dat nu helaas niet zo." Ze stelt dat het dan gaat om goede seksuele voorlichting en lessen over gelijkheid en respect, zodat ook mannen en jongens hierbij betrokken worden. "Want te vaak wordt geweld tegen vrouwen weggezet als alleen een probleem van vrouwen."