Nieuw rapport

Rekenniveau pubers rampzalig: 'We maken ons echt zorgen'

Door Jesse van Amerongen··Aangepast:
© ANPRekenniveau pubers rampzalig: 'We maken ons echt zorgen'
RTL

Het is slecht gesteld met de reken- en wiskundevaardigheid van Nederlandse middelbare scholieren, blijkt uit een nieuw rapport van de Inspectie van het Onderwijs. Het is voor het eerst dat de inspectie dit onderzoekt en het beeld is niet rooskleurig: "Een flink deel heeft niet de meest basale kennis die je nodig hebt om mee te komen in je opleiding, maar ook in de maatschappij."

Hoeveel geld gaat erin en eruit? Hoeveel medicijnen mag je op een dag slikken? Hoeveel babypoeder is er nodig voor een flesje? Hoe vertaal je een recept voor 4 personen naar avondeten voor 6 personen? Allemaal dagelijkse zaken waar je voor moet kunnen rekenen. Daarom noemt de onderwijsinspectie het 'zorgelijk' dat veel Nederlandse leerlingen aan het einde van het tweede schooljaar de basale rekenvaardigheden nog niet onder de knie blijken te hebben.

Reken jij beter dan een puber? Doe de test
Lees ook

Reken jij beter dan een puber? Doe de test

In een rapport dat vandaag is verschenen, staat voor het eerst een onderzoek van de onderwijsinspectie naar rekenvaardigheden van middelbare scholieren aan het einde van de tweede klas. "De peiling laat zien dat de reken- en wiskundeniveaus van leerlingen in het voortgezet onderwijs zich onvoldoende ontwikkelen", staat in het rapport.

Aan het einde van het tweede jaar heeft 72 procent van de leerlingen in vmbo basis/kader nog niet het niveau 1F behaald, het niveau dat je aan het eind van de basisschool zou moeten hebben (meer over de niveaus in het grijze kader). Bij vmbo gemengde leerweg/theoretische leerweg heeft een kwart dit niveau nog niet gehaald en 55 procent heeft het basale 1F-niveau.

Te weinig ontwikkeling

Ook op havo/vwo is de rekenvaardigheid van een deel van de leerlingen nog onvoldoende. Ongeveer 20 procent van de havo/vwo-leerlingen is aan het eind van het tweede jaar nog niet op niveau 2F, terwijl je dat niveau wel nodig hebt om mee te komen met het onderwijs.

De inspectie ziet dat bij een deel van de leerlingen het rekenniveau zich te weinig ontwikkelt, waardoor het de vraag is of ze aan het eind van de middelbare school wel het gevraagde niveau hebben.

Rekenniveau 1F, 2F, 3F, wat is dat?

De inspectie werkt met verschillende 'referentieniveaus' die aangeven wat kinderen moeten kunnen op verschillende momenten in hun schoolcarrière.

  • 1F is het niveau dat de meeste leerlingen aan het einde van de basisschool zouden moeten hebben. Dit betekent dat kinderen kunnen rekenen met eenvoudige getallen. Maar eigenlijk is het de bedoeling dat 65 procent van de leerlingen aan het eind van de basisschool een hoger niveau heeft.
  • 2F is het niveau dat je aan het eind van vmbo moet hebben. Het is nodig om mee te kunnen komen in de maatschappij en om een mbo-opleiding te doen.
  • 3F is het niveau dat je aan het eind van havo en vwo hoort te hebben. Dit is nodig om je te kunnen redden in een hbo-opleiding en op de universiteit.

"Goed kunnen rekenen is zo belangrijk voor de rest van je leven", zegt Matthijs van den Berg, directeur Kennis van de onderwijsinspectie. "Je vervolgopleiding gaat ervan uit dat je een bepaald niveau hebt. Maar ook privé is het belangrijk. Het gaat ook over of je je bankrekeningoverzicht snapt. Snap je bijvoorbeeld de rente voor leningen die je aan wilt gaan?"

Hij legt uit dat de onderwijsinspectie niet alleen scholen bezoekt voor inspecties, maar ook kijkt naar het hele onderwijssysteem. "Worden kinderen voldoende geletterd en gecijferd afgeleverd? Daar maken we ons echt zorgen over."

Maar wat zou dan de oplossing zijn? Volgens de onderwijsinspectie is het zeker mogelijk om het niveau van kinderen te verbeteren, maar is er wel tijd en aandacht voor rekenen nodig. Ook kan de overgang van de basisschool naar middelbare school beter. Vaak worden er heel andere methodes of termen gebruikt voor dezelfde dingen op de basisschool en de middelbare school.

Vakoverstijgend rekenen

Ook zou wiskunde in veel meer vakken kunnen terugkomen, met overal dezelfde methode. Vaak leer je voor elk vak een eigen 'trucje' om bijvoorbeeld procenten te berekenen, maar leerlingen zouden er meer aan hebben als vakken als economie, wiskunde en natuurkunde het op dezelfde manier doen.

Zo zouden leerlingen rekenen en wiskunde leuker kunnen vinden en er meer het nut van gaan inzien. Want veel kinderen vinden het vak nu niet leuk, maar ze denken tegelijk dat ze er wel beter in zouden kunnen worden, blijkt uit het onderzoek van de inspectie. 

Wat betekenen programma's als ChatGPT voor het onderwijs? En biedt het ook kansen?
Lees meer over
Inspectie van het OnderwijsMiddelbaar onderwijsLink in bio